Verslag TAXON-weekend op 15 en 16 juni 2024

Verslag van het TAXON-weekend op 15 en 16 juni 2024.
Door Evert Ruiter 

Als onderdeel van het 120-jarig jubileum in 2024 en als ‘uitloop’ van het 4000-soorten jaar in 2023, leek het ons een goed idee om een BioBlitz te houden binnen de begrenzing van het Nooterhofpark. En wie kun je daar dan beter voor benaderen van de TAXON-foundation, want zij hebben ervaring en experts. Vanuit zijn lezing in de Stadkamer en het boek Darwin in de Stad kenden we Menno Schilthuizen. Hij was gelijk te porren voor dit idee en als snel werd een weekend geprikt. Het is een groot succes geworden met veel leden van KNNV en IVN die hun steentje bijdroegen. De resultaten van het weekend zijn vervat in een mooi verslag. Je vindt het verslag ook als bijlage van het ZNT-4 2024. Uiteindelijk zijn er 237 soorten ongewervelden gevonden van allerlei soortgroepen waarvan de meeste leden wellicht nooit hebben gehoord. 

Deze lijst is aangevuld met waarnemingen van leden van KNNV en IVN. Veel van de door TAXON verzamelde soorten zijn meegenomen voor nadeterminatie. Dat determineren kost veel tijd en daardoor duurde het een aantal maanden voordat alles klaar was. Maar nu ligt daar dus het verslag en blijkt dat er een nieuwe soort voor Nederland is gevonden, namelijk de sluipwesp Casinaria pyreneator. 
Hieronder volgt het verslag dat Carin van de Ploeg schreef. Maar bij deze willen we alle leden van KNNV en IVN die een steentje hebben bijgedragen gedurende dit weekend graag bedanken. 

Dat zijn Tineke Burghard, Willy Janssen, Herma Visscher, Theo de Kogel, Brunhilde Reicher, Marjolein Koopmans, Kees Kuijper, Peter van Dam, Elja van Dongen, Jan Wolfs, Martin Wolters, Alfred van den Burgh, Frieda Miedema, Henk Snel, Ellen van Knippenberg, Elisabeth Voogt, Bram Borkent, Patricia Tieman, Carin van de Ploeg en Gabi Milder. 

TAXON-weekend in de Nooterhof
Door: Carin van de Ploeg

Op zaterdag 15 en zondag 16 juni was er in het kader van 120 jaar bestaan van de afdeling Zwolle van de KNNV een TAXON-weekend. Een team van 5 experts van de TAXON-foundation heeft gedurende deze twee dagen het bodemleven van de Nooterhof in kaart gebracht. Dat deden ze niet alleen, maar met hulp van ruim 20 leden van KNNV en IVN. De onderzoekers hadden een laboratorium ingericht waar de gevonden dieren konden worden gedetermineerd. 

Op zaterdag verzamelden zich ruim twintig mensen, die werden toegesproken door Evert Ruiter, voorzitter van KNNV Zwolle. Hij legde uit wat de bedoeling was: je kon alleen, maar ook met een expert meelopen en diertjes  en planten verzamelen. Het ging om het in kaart brengen van de biodiversiteit van de Nooterhof. 

Terwijl Henk (afgestudeerd ecoloog) en Zora (1e jaar student ecologie Groningen) een malaise-val neerzetten (een tent waarin uit de grond komende vliegende insecten gevangen worden, omdat ze omhoog vliegen en dan via de nok van de tent in een opvangpot terechtkomen),  waren Herma Visscher en Tineke Burghard bezig met het verzamelen en determineren van paddenstoelen en mossen. Ze determineren deze ook gedeeltelijk thuis met behulp van reagentia, microscoop en gidsen, waarna alles op waarneming.nl wordt ingevoerd. 

Microscopen stonden er ook opgesteld in het opgezette laboratorium. Daar bracht Maaike een aantal duizendpoten op naam en ook hooiwagens konden gedetermineerd worden. 

Gijs zocht met een keverzeef (een soort vangzak met daarin een grof filter, waar wel de kevers, maar niet het gras of bladeren door kunnen vallen) specifiek naar loopkevers. Hij doet daar zijn masteronderzoek aan. Hij vertelde dat er meer dan 4000 soorten kevers in Nederland zijn. Ook werkt hij met potvallen. Vaak kruipen de kevers dan in een hoekje. Ze eten elkaar niet onmiddellijk op of gaan rondrennen, wat vaak gedacht wordt. Hij ziet het als ‘een onderbreking van de normale routine van de diertjes’ en ziet dat ze meestal rustig in een hoekje zitten.

Af-en-toe viel er zaterdag een stevige bui en wanneer er daarna de zon doorkwam, zag je overal druppende takken en verdampend water. Een groene specht zocht wat lekkers tussen de stenen van het pad.

Bram Borkent richtte zich op het determineren via foto’s met de Obs-Identify app en ving een ‘gewone pissenbedvlieg’, om hem vervolgens weer de vrijheid van het park in te laten vliegen.

Peter van Dam richtte zich op de vogelrijkdom van het park en had om 12 uur al 24 soorten afgevinkt. Je hoefde alleen maar onder de moerbeiboom te gaan staan, om zeker 6 verschillende vogelsoorten te zien en te horen.

Evert Ruiter en Gabi Milder onderzochten de waterdiertjes in het park. Evert vulde het cuvet met slootwater, zodat de gevangen jonge watersalamander, de tiendoornige stekelbaarsjes, de bruine duiker, een scala aan waterslakjes en de larven van diverse libellen goed zichtbaar waren voor determinatie.

Verder werd er druk gezocht op planten, in struiken, onder stenen en in bomen. 

Er werd een flight-interception-trap (een scherm van folie, waaronder vangbakken staan) opgezet.  Ook werd er een nachtvlinderval gezet. Op zondag werd de vangst van deze toestellen, net als van de malaiseval bekeken. Normaal staan dit soort vallen een week of langer op een locatie, maar voor dit weekend gaf een nacht al een representatieve impressie van de soorten die in de Nooterhof voorkomen, al geeft het geen compleet beeld.

Op zondag waren we met veertien man/vrouw vanaf 10 uur in het park om verder te gaan met de soortenverzameltocht. Dieuwe en Maaike (specialist in duizendpoten, miljoenpoten en hooiwagens) vonden een mierenpissenbed (een  kleine witte pissenbedsoort die gespecialiseerd is in het wonen in mierennesten) en een platrugmiljoenpoot. Ze lieten geen steen liggen, alles werd omgekeerd. 

Patricia zocht in de struiken, Inez zocht in het hoge gras met haar vangnet naar alles wat sprong, fladderde en kroop. Menno keek onder  alle parasolvoeten en langs de waterkant, waar hij een kleine mosselsoort ontdekte. 

Peter schudde aan bomen en ving in een witte paraplu alles wat viel op.  Zijn specialiteit is spinnen. Die onderzoekt hij al sinds 1970. Hij stopt ze in ‘een spinnenhotel’ : kleine glazen buisjes in een plastic bak, zodat hij ze thuis kan bekijken en fotograferen. Spinnen kun je beter niet bij elkaar in een potje doen, want die eten elkaar wel op. Hij legde uit hoe je de mannetjesspinnen kunt herkennen.

Tussen de buien door, want ook zondag regende het met regelmaat, werd er druk doorgezocht en wat niet gelijk duidelijk gedetermineerd kon worden, werd naar het lab gebracht.

Henk leegde de bakken van de flight-interception-val  en onderzocht  de opbrengsten van de Winklervallen (witte stoffen zakken, waarin bodemmateriaal gestopt wordt, dat wordt uitgedroogd, zodat de diertjes naar beneden kruipen en dan in een pot met alcohol vallen. Dat klinkt niet diervriendelijk, maar bewegende insecten zijn heel moeilijk op naam  te brengen). Veel mijten en springstaartjes leverde dat op, die later weer op naam gebracht gaan worden.

Dit weekend werden er geen aasvallen gebruikt. Deze staan normaliter 2 of 3 weken op een locatie, zodat het aas bezocht kan worden door kevers en vliegen, die er hun eitjes in leggen, waarna er sluipwespen op af komen. Die leggen hun eitjes weer in de larven.

De deelnemers aan het weekend werden beide dagen getrakteerd op een heerlijke lunch, die door Fanny in het Earthship van de Nooterhof was klaargemaakt. Met eetbare bloemen en alles zo vers mogelijk uit eigen tuin. We konden ondanks het mindere weer buiten onder de tarp eten.

Pas over een tijd is bekend hoeveel verschillende diersoorten er in de Nooterhof leven.  

Het was een zeer leerzaam en uiterst gezellig weekend.

Alfred en Elisabeth
Even schuilen
Gabi en Bram in het lab
Kees Kuyper en Jan Wolf
Gabi in aktie
Malaiseval-scaled

Foto’s: Carin van der Ploeg